|
||||||||
|
Dankzij de Brexit en onze geliefde vrienden van Bpost komen we met deze recensie een klein half jaar nadat de plaat uitkwam, maar ik vind ze dermate belangrijk dat ik er toch nog wat lijntjes aan wil besteden. De naam van Isla Ratcliff mag dan misschien op dit moment nog niet veel belletjes doen rinkelen, nu ik een dik dozijn keer naar deze The Castalia -haar debuut- geluisterd heb, kan ik, met de hand op het hart, zeggen dat we met deze Schotse jongedame iemand in beeld krijgen, bij wie zowel de traditionele Gaekic folk als de aankomende moderniseringsgolven in goede handen zijn. Dat heeft alles te maken met een uitstekend vakmanschap op de fiddle, maar ook met een oor en respect voor traditie, met inlevingsvermogen en compositorisch talent en met de kundigheid om de composities heel subtiel en klassevol te arrangeren. Isla Ratcliff kreeg haar eerste muzikale vorming op viool en piano en ze doorliep al heel jong het klassieke traject dat elke jonge muzikant dezer dagen volgt, zij het dat zij daar bovenop het voordeel genoot in een omgeving op te groeien, waar muziek steevast een hoofdrol speelde. Dat bracht onder meer diploma’s van Oxford en van het Schotse Royal Conservatory met zich, naast -ook al zoals gebruikelijk is- deelname aan allerhande fiddlewedstrijden, zoals de Young Traditional Musicianwedstrijd, waar ze het vorig jaar tot de halve finale schopte. Ook de beroemde Celtic Connections, de Edinburgh Festival Fringe en de BBC-Proms staat op haar palmares. Voor deze debuutplaat koppelt Ratcliff het verleden van haar familie aan het heden van haar zoektocht naar haar roots. Die liggen voor een gedeelte in het Canadese Cape Breton, een eiland waar de Schotse en Gaelic tradities tot op vandaag goed bewaard blijven. De muzikante ging vier maanden lang studeren aan de universiteit aldaar en bundelde de muziek, die uit dat verblijf opborrelde, op deze plaat, waar in totaal 32 melodieën in 13 nummers bijeengebracht zijn onder de titel The Castalia, de naam van het schip waarmee haar over-over-grootoom in 1873 vanuit Glasgow emigreerde naar New Brunswick. De reis en het verblijf van Isla hadden een danig grote impact op de jonge vrouw, die er de gelegenheid kreeg haar liefde voor de traditionele muziek te koppelen aan haar nieuw, zelfgeschreven werk en dat is er bijzonder goed aan te horen: heden en verleden lopen haast ongemerkt door elkaar heen en zorgen voor een klein uurtje van de heerlijkste fiddlemuziek, waarin Schotland en Cape Breton even dicht bijeengebracht worden, als de geschiedenis van de Schotse migratie laat vermoeden. Fiddle en piano worden gekoppeld aan de cello van Ellen Gira, de toetsen van Cape Breton artiest Adam Young en de danspassen van stepdanser Annabelle Bugay. Een aantal van de melodietjes herken je meteen, maar het sterke aan deze plaat is dat je alleen maar kunt vaststellen dat de eigen nummers van Isla daar moeiteloos bij ingepast worden, zodat je niet eens merkt waar het traditionele werk eindigt en het nieuw geschrevene eindigt. Dat leidt alles samen tot een bijzonder mooie plaat, die ons al doet dromen van het moment waarop we deze revelatie live aan het werk kunnen zien. Even herhalen wat ik aan het begin schreef: bij mensen met het talent, de toewijding en de openheid van geest, zoals Isla er kennelijk eentje is, is de traditionele folk in heel goeie handen en ze krijgt er ongemerkt een aantal jonge broertjes en zusjes bij Heerlijke plaat! (Dani Heyvaert)
|